We zitten nu al drie maanden in een lockdown.
De mensen die in Moria zitten kunnen maar één keer per week het kamp uit, en dan nog alleen als het echt noodzakelijk is.
Ik heb daar veel vrienden, waaronder Ali. Hij mocht na lange tijd eventjes het kamp uit, dus ik hem eindelijk weer kort kunnen zien.
Hij vond het vreselijk in het kamp en leed er enorm onder. Hij vertelde over de kou en het gebrek aan elektriciteit. Het tekort aan warm water – wat tegenwoordig toch gewoon een basisbehoefte is van ieder mens…
Ik zag de wanhoop in zijn ogen, hij was niet meer de gemotiveerde en gepassioneerde Ali die ik kende. Hij had zelfs moeite om te glimlachen. Hij zei: ‘Ik voel me een misdadiger die tot een paar jaar gevangenisstraf is veroordeeld… maar wat heb ik dan misdaan? Behalve dat ik een vluchteling ben. Het is toch geen misdaad om een vluchteling te zijn? Ik ben mijn land ontvlucht om in rust en vrede en zonder angst voor een oorlog te kunnen leven. Maar nu ben ik alleen in leven, in plaats van te leven. Er is hier niets wat erop wijst dat er geleefd wordt, niet eens de meest simpele en normale basisvoorzieningen.’
Ali vertelde dat het hebben van een huis zijn grootste wens was geworden. Hij zei: ‘De gedachte dat ik op elk moment van de dag de deur van mijn huis open kan doen en kan gaan en staan waar ik wil, zonder angst voor de politie, dat ik niet meer smoesjes hoeft te verzinnen om eventjes het kamp uit te mogen gaan. Ik mis het gevoel om tegen een muur aan te kunnen leunen. Ik mis de verlichting, een warme douche en een schone wc.’
Hij lachte en zei: ‘Andere mensen zullen wel denken: wat zijn dat voor belachelijke wensen.’ Maar nee, dit waren geen belachelijke wensen. Ik begreep hem en voelde met hem mee vanuit het diepst van mijn ziel.
Ik moest hard huilen, om ons, en om al die wensen die lachwekkend klonken, maar tegelijkertijd begonnen we ook samen hardop te lachen.
We zeiden tegen elkaar dat we niemand moesten vertellen over onze wensen want zij zouden het nooit kunnen begrijpen.
Het hebben van een huis dat de rest van je leven van jou is, wat niemand van jou kan afpakken, dat is één van onze grootste dromen. En één van de meest angstaanjagende dingen is de onzekerheid. Dat een overheid kan beslissen over jouw leven, over waar jij morgen zult zijn – in welk land, en in welke toestand.
Fragmenten (in Farsi) van onze whatsappgesprekken met Atifa:
تقریبا دوماه از قرنطینه شدن اینجا میگذرد و همچنین کمپ موریا تحت حفاظت شدیدی است و ساکنان آن فقط یکبار در هفته اجازه خروج از آنجارا دارد آن هم فقط برای موارد ضروری، من دوستان زیادی دارم که در آنجا زندگی میکند از جمله علی که بعد از مدتها موفق شده بود که از کمپ ساعتی را بیرون بیاید آن روز ملاقات کوتاهی با علی داشتم، او از شرایط کمپ بسیار ناراضی بود و تحت فشار روانی شدیدی بود، او از وضعیت بد آنجا برایم تعریف میکرد شدت سرمای هوا و محدودیت دسترسی به برق و آب گرم، که از معمولی ترین و ضروری ترین نیاز هرآدمیست، او از روزهای بارانی برایم گفت که چهار روز باران شدید میبارید و خیمه ها و وسایلشان همه خیس شده بودند و اکثرنقاط کمپ در آن روزهای بارانی حتی یک ساعت هم برق نداشتند، وقتی اینهارا برایم تعریف میکرد به چشمهایش نگاه میکردم، چشمهایش پر از نا امیدی بود دیگر آن علیه با انگیزه و پر شور نبود به سختی میخندید و میشد به راحتی افسردگی را در چهره اش دید او میگفت